Skip to content

4. Opbouwen

Er volgden meer sessies. In het begin zat ik telkens op de grond maar op een gegeven moment werden er ledematen omhoog gehesen. Heel langzaam, want dit was een flinke schep pijn op de marteling die ik standaard al voelde. Lichamelijk moest ik daar erg aan wennen. En in mijn hoofd ook. Ik leerde al snel welke pijn niet goed was. Dan zat er bijvoorbeeld een touw op een heel naar plekje op mijn scheenbeen en ging mijn focus alleen maar naar die pijn. Teveel druk op één plek, dat was niet de opzet. Vaak kon het worden verholpen door het touw een paar milimeter te verschuiven. Wat als handeling op zich ook weer hels aanvoelde – want het zat immers al heel strak om mijn scheenbeen – maar nu had ik tenminste weer gewoon overal pijn en kon ik weer verder met de puzzel.

Buiten alle kommer en kwel moest ik de bloedcirculatie en zenuwpunten in mijn lijf in de gaten houden. Als er iets ging tintelen dan kon het zijn dat het touw een zenuw beknelde en dat moest zo snel mogelijk verholpen worden door het touw op de juiste plekken weer los te knopen. Ik hield het zelf in de gaten maar soms werd er ook gevraagd of ik wilde nagaan of alles in mijn lijf nog wel voelde zoals het moest voelen. Beknelling van de zenuwen kan al heel vlug ernstige schade veroorzaken. Beknel de juiste zenuw in het juiste gebied lang genoeg en het kan zomaar zijn dat je niet meer in staat bent een kop koffie vast te houden. En dat is wel het laatste waar ik naar uitkeek…

Meer en meer begreep ik waarom er zo voorzichtig met me werd omgesprongen. Waarom sommige knopen weer losgehaald werden en opnieuw geknoopt, ook wanneer ik zelf niet het idee had dat er iets mis was.

En toen raakte ik de grond ineens niet meer en hing ik vrij in de lucht. Het voelde fantastisch! De Puzzel ging verder, soms snel, soms traag. Af en toe vloekte ik om hetgeen ik me aan liet doen, maar ik genoot er ook net zo hard van. Een gevoel dat moeilijk te omschrijven valt. De pijn was mijn vriend en vijand tegelijk. Toen ik weer landde en ik langzaam weer helemaal ontknoopt werd voelde het alsof er slechts 10 minuten voorbij waren. Oké, twintig maximaal. Maar ik had ongeveer twee uur lang in het touw gezeten. En dat patroon herhaalde zich bij iedere sessie. En bij iedere sessie vond ik het jammer wanneer het weer voorbij was. Ondanks dat de adrenaline en endorfine nog lekker aan het rondrazen waren in mijn lijf wilde ik eigenlijk meteen weer het touw om me heen voelen.

Ik was altijd zo dankbaar wanneer ik weer in de touwen mocht hangen. En ik kon me op dat moment niet voorstellen dat degene die me knoopte er net zoveel plezier aan beleefde als ik. Het duurde zo een aantal jaren voordat ik zelf begon te knopen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *