Lief en ik hebben onlangs Amersfoort verruild voor de Veluwe. Vier jaar en een paar maanden hebben we genoten van ons huis op nummer 12. We hebben nooit bij buren de deur platgelopen, zo zijn we gewoon niet. En het gros van de mensen in ons straatje zat tussen ‘niet interessant’ en ‘die krijsende kinderen van nummer zestien’ in. Behalve nummer 10, direct naast ons. Met hen hadden we een hele goede klik die zich hoofdzakelijk uitte in elkaars huis in de gaten houden als de ander op vakantie was en op zijn tijd innig roddelen via Whatsapp.
Toen we een maand of vijf op nummer 12 woonden vonden we op een ochtend een pijltje van een NERF-gun in onze tuin. Lief zei dat het pijltje van nummer 10 kwam. “Dat zijn Ons Soort Mensen, dus beschieten ze elkaar af en toe met speelgoed, ik weet het zeker.”
Die pijltjes zijn duur, dus we wilden het terugbrengen naar ze. Maar niet zomaar.
Op zolder hadden we nog een foeilelijke tuinkabouter staan. Zo’n plastic geval met afbladderende verf. De kringloop zou het ding met liefde in de fik steken, zo lelijk was het. Deze kabouter was ooit visser, gezien het gat in zijn knuistje waar eens de hengel gezeten had. Het pijltje van de buren bleek perfect in dat gat te passen.
We hebben de kabouter met het pijltje in zijn hand op een avond stiekem voor de deur van nummer 10 gezet. De volgende dag was hij weg. Maar niet voor lang, want ineens stond hij midden in hun tuin op een afgezaagde boomstam. Niet te missen. Vanachter onze geraniums hadden we de grootste lol. “Zie je wel dat het ons soort mensen zijn, ze spelen het spelletje mee! Benieuwd hoe lang ze het volhouden om tegen dat lelijke geval aan te kijken. Ze weten heus wel dat dat ding bij ons vandaan komt, maar we zeggen lekker niks!”
Maar vier jaar later stond hij er nog steeds…. Een keer rond Sinterklaas droeg hij een Pieten pakje. Een andere keer hield hij ineens een vergrootglas vast. En nog steeds werd er met geen woord gerept over de oorsprong van de kabouter. “Ze dissen ons met dat ding! We kunnen nu wel concluderen dat ze een langere adem dan wij hebben als het op dit soort grapjes aan komt! Zullen we dan maar toegeven dat hij van ons komt?” opperde ik af en toe. Maar Lief wilde daar niks van weten, ondanks dat hij zelf intussen ook erg nieuwsgierig was: deden ze het expres of hadden ze de kabouter klakkeloos geadopteerd? “Pas als een van ons verhuist biechten we het op.” besloot hij.
Toen was dat moment dan eindelijk daar en we namen afscheid van ze. Ik vond een goed moment om terloops de kabouter aan te kaarten, hij was namelijk al een paar weken weg. Logisch om dan op te merken dat hij schitterde in afwezigheid. “Hoe kwamen jullie eigenlijk aan dat ding? We hebben hem altijd zo prominent in jullie tuin zien staan maar jullie lijken ons niet het type mensen dat dit soort tuinkabouters mooi vindt…”
Ze vertelden hoe ze hem vonden en zeker wisten dat hij van de buren van nummer 8 kwam. Omdat er een paar NERF pijltjes in hun tuin beland waren. Terwijl die buren maar bleven ontkennen. En dat het een soort running gag werd tussen hen. Hij stond op de grens met de voortuin van nummer 8 en in de loop der jaren raakten ze beiden gesteld op de kabouter. Zo erg zelfs dat ze hem als afscheidscadeau meegaven toen nummer 8 ging verhuizen. “Hij staat nu te shinen in een tuin in Meppel! We hebben een paar keer gedacht dat de kabouter van jullie kwam, omdat nummer 8 stug bleef ontkennen. Maar we vonden jullie ook niet het type mensen die dat soort kabouters kan waarderen. Dus vroegen we het jullie nooit.”
Ze waren een van de fijnste buren die we ooit gehad hebben. Ze hadden een kleinigheid voor ons, een Amersfoorts souvenir omdat ze weten dat we deze prachtige stad gaan missen. Wij hadden niks voor hen, behalve de oplossing van het kaboutermysterie en het verhaal van onze eigen lol die we er al die jaren stiekem om gehad hebben. En aan hun reactie te zien was dat al een cadeautje op zich. Lieve N en M, grote kans dat jullie dit niet zullen lezen, maar net als heel veel in Amersfoort gaan we jullie vreselijk missen!